In april 2003 ging Ingrid De Boel voor de eerste keer naar Senegal, op bezoek bij haar dochter Maja en haar vriendinnen Katja en Myriam. Maja en Katja zijn kleuterjuffen die de school in Deurne achter zich lieten en gedurende zes maanden vrijwilligerswerk deden in Bambougar. Samen met de plaatselijke juf Michelle schreven ze aan een programma voor de lagere schoolkinderen van Bambougar.
De school was een hut in stro. Inmiddels zijn er twee klaslokalen voor ongeveer 100 kinderen tussen de 6 en 12 jaar. De bouw van de school gebeurde met steun van de Senegalese overheid.
Een aantal mannen en vrouwen van het dorp Bambougar werkten in een plaatselijk hotel, dat eigendom was van een frans koppel. We maakten er kennis met Mariama Ndacou Thiare. Samen met haar en nog zes andere jonge zwarte madammen gingen we er aan de slag in de bijkeuken van het hotel. In de kelder van het hotel vonden we een oude naaimachine, een berg stof en een zak wol.
Die 14 dagen in 2003 waren het begin van een samenwerking tussen wit en zwart die uitgroeide tot het sociaal educatief project met focus op vrouwen en kinderen.
Bambougar 